Naast liefhebber van honden blijf ik ook dierenarts i.o. Dat betekent dat ik me niet alleen bezig hou met socialisatie, opvoeding en liefde geven aan de pup maar dat ik ook de medische kant kritisch bekijk.
In de spreekkamer zie ik regelmatig honden die naar mijn inziens helemaal niet geschikt waren voor de fok. Dit kon aan het individuele dier liggen, bijvoorbeeld omdat hij/zij een verkeerde pootstand had, of een huidaandoening. Maar soms lag het ook simpelweg aan het ras, omdat het desbetreffende ras onmogelijk is te fokken zonder erfelijke afwijkingen. Deze erfelijke afwijkingen zijn het gevolg geweest van keuzes die fokverenigingen en fokkers hebben gemaakt, vaak op basis van uiterlijk. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan de Engelse Bulldog, die door zijn bouw niet zelf pups kan werpen maar altijd een keizersnede moet krijgen. Of een Franse Bulldog, die allemaal – in verschillende mate – last hebben van het Brachycephaal Obstructief Syndroom.
Deze gevolgen betekenen dat de verantwoordelijkheid bij ons als fokkers groter dan ooit is. Niet alleen moeten wij ons ontfermen over onze eigen fokhonden, maar ook moeten wij het ras als geheel beschermen. Dat betekent keuzes maken die enkel dienen om het welzijn van de honden ten goede te komen. De Australian Labradoodle is een erg gezond ras. De honden die geregistreerd worden als fokhond worden grondig gescreend op erfelijke aandoeningen. Via een database kan naast gezondheidsuitslagen ook precies worden vastgesteld of er een te hoge inteeltcoefficient is bij een bepaalde match tussen teef en reu.
Naar mijn inziens is deze strenge screening onontbeerlijk willen wij ervoor zorgen dat de Australian Labradoodle zo gezond blijft als hij is, nu de populariteit alleen maar lijkt toe te nemen. Dit is de reden dat ik er achter sta om pups te verkopen met een castratiecontract.
Als dierenarts echter heb ik grote moeite met het castreren van jonge pups op 8 weken leeftijd, zoals bij sommige fokkers gedaan wordt. Naast dat het anesthesierisico groter is op zo’n jonge leeftijd, neemt ook het risico op urineincontinentie (tot wel 20.1% kans) en bepaalde tumoren toe. Daarnaast werd in onderzoek brozere botten gezien bij pups die op vroege leeftijd gecastreerd waren. Ook is aangewezen dat bij vroeggecastreerde pups de groeischijven later sluiten, wat de kans op zogenaamde Salter fracturen (breuken in de groeischijven) verhoogd. Hierom werk ik met een castratiecontract. Dit betekent dat u uw hond eerst laat uitgroeien en voor 18 maanden leeftijd laat castreren.
Castratie rond de 12 maanden/na de eerste loopsheid heeft voordelen. Zo gaan reuen niet markeren (tegen elk paaltje aan plassen), en kunnen teven geen schijnzwangerschap of baarmoederontsteking krijgen. Ook verkleint het de kans op prostaatproblemen en tumoren aan de melkklieren.